Voorzitter,

Op verzoek van een aantal fracties spreken we vanavond als Raad opnieuw over dit onderwerp. Directe aanleiding voor dit debat is de Informatienota aan de Raad van 13 april jl. waarin het College mededeling doet over de mogelijke aanwezigheid van vleermuisverblijven in de spouwmuren van het huidige Gemeentehuis en de gevolgen die dat heeft voor de eerder met de Raad gedeelde planning van de werkzaamheden. 

Voorzitter, wij hebben in de vergadering van 20 september 2016 duidelijk aangeven dat onze fractie instemt met de variant ‘sobere nieuwbouw’ zoals aan de Raad voorgelegd, onder de keiharde voorwaarden dat het project wordt uitgevoerd binnen het meegegeven financiële kader en dat er daarbinnen geen concessies aan de kwaliteit mogen worden gedaan. Om als Raad niet voor voldongen feiten achteraf geplaatst te worden, hebben wij het College gevraagd om na afronding van het aanbestedingstraject (van zowel het bouwkundige traject als de inrichting) en voor de zomer van 2017 de Raad te informeren of het project binnen die kaders uitgevoerd kan worden. Zo niet, dan is er wat ons betreft op dat moment en niet eerder, een nieuw inhoudelijke raadsdebat nodig. Wij hebben ook niet onder stoelen of banken gestoken, hoe dan ons stemgedrag zal zijn.

Voorzitter, zowel in de richting van het College, de collega-raadsfracties én onze inwoners herhaal ik graag nog een keer dat wij bij onze uiteindelijke afweging niet het investeringsbedrag als leidraad hebben genomen, maar de structurele lasten op jaarbasis. Die zijn namelijk bepalend voor de financiële speelruimte binnen de gemeentebegroting. Die komt er bij het gekozen scenario ‘sobere nieuwbouw’ het beste af. Daarnaast voldoet dit scenario aan onze randvoorwaarden ten aanzien van duurzaamheid en toekomstbestendigheid.

En tot slot, laat daar geen misverstand over bestaan, dat besluit konden we nemen omdat de Gemeente financieel in staat is de forse investering in de Gemeentelijke huisvesting te realiseren zonder dat dit een blokkade opwerpt voor andere noodzakelijke maatschappelijke investeringen.

Kortom, kijkend naar het totaal van kapitaallasten en exploitatiekosten over de levensduur van de investering is dit scenario voor onze inwoners de meest voordelige variant. En dat rechtvaardigt nog steeds onze keuze voor scenario ‘sobere nieuwbouw’ waarbij wij zoals gezegd, naast de financiële consequenties voor de portemonnee van onze inwoners, ook andere argumenten en overwegingen hebben meegewogen.

Voorzitter, ik rond af. Voor ons had dit debat op dit moment niet gehoeven. Maar nu ik hier toch sta, maak ik van de gelegenheid gebruik om te vragen hoe ver het College nu is met het aanbestedingstraject en wanneer de Raad de eindresultaten daarvan tegemoet kan zien om vast te kunnen stellen of het scenario Sobere Nieuwbouw uitgevoerd wordt binnen de gestelde financiële kaders zonder de beoogde kwaliteit tekort te doen.