Bijdrage Meerjarenperspectief Vastgoed
Raadslid Aart Slobbe leverde namens de ChristenUnie/SGP een bijdrage op het laatste agendapunt van de raadsvergadering van 29 maart: het meerjarenperspectief Vastgoed. Zijn oproep: stoot commercieel vastgoed af, behoud gebouwen met een belangrijke sociaal maatschappelijke functie. Daarmee pleitte hij voor een behoud van Dorpshuis Op Moer en het JWF-gebouw in Moordrecht.
Voorzitter,
Vanavond de enigszins aangepaste versie van het Meerjarenperspectief Vastgoed, dat in januari jl. voor het eerst aan de Raad is aangeboden. De ChristenUnie/SGP heeft dit voorstel beoordeeld met in achtneming van de volgende, voor ons relevante uitgangspunten:
- de gemeente is geen belegger, en evenmin een commerciële exploitant van onroerend goed;
- gebouwen die een belangrijke sociaal maatschappelijke functie hebben en een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van onze dorpen, zoals dorpshuizen, blijven in bezit van de gemeente, ook in het geval dat de exploitatie van deze gebouwen geld kost.
Met in achtneming van deze uitgangspunten zetten wij vraagtekens achter het in bezit willen houden van Muziekschool MOZ-Art en het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal aan de Wolga en hoeft voor ons het pand aan de 1e Tochtweg 39, waar voorheen Crone gevestigd was, niet heroverwogen te worden. Commercieel vastgoed mag direct naar de categorie afstoten/verkopen. De objecten Op Moer en het JWF-gebouw daarentegen behoren in bezit van de gemeente te blijven. En als Moerveen qua zorg- en welzijnfunctie vergelijkbaar is met ’t Blok en De Kraal, geldt dat ook voor dit object.
Tot slot nog één aspect waar wij de vinger bij willen leggen. Wij stellen vast dat de kostprijsdekkende huren van qua functie vergelijkbare objecten door besluitvorming in het verleden, tot onderling verschillende uitkomsten leiden. In het kader van de beoordeling van de vastgoedportefeuille is dat geen probleem. Maar in het licht van de voorgestelde aanpassingen van het subsidiebeleid zien wij dat anders en ik ga er van uit dat de Raad ons daarin kan volgen. Wij zijn dan ook van mening dat harmonisatie en uniformering van kostprijsdekkende huurtarieven gewenst is. Dit is eenvoudig te bereiken door de kostprijsdekkende huur niet te koppelen aan individuele objecten maar aan clusters van qua functie vergelijkbare objecten.