Voorzitter,

Op 7 juli jl. heeft onze fractie tegen de door het College voorgestelde tarieven variant OZB gestemd. Het nu voorliggende voorstel is dan ook niet het voorstel waar u onze handen voor op elkaar krijgt. Anders gezegd, er is tenminste één beter uitlegbare variant te bedenken. Maakt u zich echter geen zorgen, die variant zullen we niet aan de Raad voorleggen, maar ons beperken tot wat het College nu voorstelt en de aanloop daar naar toe.

Bij de Begrotingsbehandeling in november jl. kondigde het College aan dat de OZB-opbrengst met EUR 150.000 per jaar verlaagd kon worden. Iedereen blij, alhoewel onze fractie ook bij dat voorstel een aantal kanttekeningen plaatste.

Bij de bestudering van het nu voorliggende voorstel vraagt onze fractie zich echter wel af of wij ons niet blij hebben laten maken met een dode mus. Immers, in vergelijking met de in de begroting voor 2015 opgenomen OZB opbrengst van afgerond EUR 7,6 miljoen wordt voor 2016 met vrijwel exact dezelfde opbrengst gerekend. De vraag is dus waar de verlaging van EUR 150.000 blijft.

Het antwoord? De gerealiseerde opbrengst 2015 valt circa EUR 150.000 hoger uit dan geraamd. Op zich niet vreemd als je je realiseert dat de rekenexercitie OZB bol staat van aannames en schattingen. Een voor ons logische conclusie is dus dat de opbrengst 2016 sowieso gecorrigeerd wordt voor de meeropbrengst 2015. Het College zet immers in op een OZB 0% variant! Kortom, voor 2016 ga je uit van een opbrengstraming OZB van EUR 7,6 miljoen. En met de beloofde korting van EUR 150.000 komen wij dan op een bedrag van EUR 7,4 miljoen. 

Zo niet in dit voorstel. Daarin wordt uitsluitend de meeropbrengst 2015, gevolg van onjuiste, niet verwijtbare schattingsfouten, niet doorberekend in de opbrengst 2016. En ik herhaal, dat is volkomen terecht als je inzet op een OZB 0%-variant. Maar om dit als tariefsverlaging OZB aan onze inwoners en bedrijven voor te spiegelen, betitelen wij liever als ‘gefopt’!