Voorzitter,

Na jaren van teleurstellende, soms diep rode cijfers, zien we nu voor het eerst sinds de fusie weer zwarte cijfers en u begrijpt, dat bevalt ons beter. In de Commissie Planning & Control hebben we kritische kanttekeningen gemaakt bij de resultaatbepaling 2014 en deze keer gelukkig niet als enige. Maar ook een positief resultaat van ruim € 3,3 miljoen blijft een fraai resultaat waar we als gemeente, na jaren van tekorten, blij mee zijn. Te meer daar het College op door diverse fracties gestelde vragen aangegeven heeft dat er in 2014 geen zaken zijn blijven liggen, kortom, dat uitgevoerd is wat Raad en College met elkaar hebben afgesproken.

Een deel van het overschot 2014 laat zich verklaren door verbeterde economische omstandigheden en een licht aantrekkende woningmarkt, waardoor het bedrag aan uitkeringen uit hoofde van de Wet Werk en Bijstand is gedaald en er hogere opbrengsten uit leges zijn gerealiseerd dan aanvankelijk begroot. Door de succesvolle uitgifte van gronden in De Jonge Veenen en Zevenhuizen Zuid konden meer plankosten aan de grondexploitaties worden toegerekend, wat ook een positief effect op het resultaat 2014 heeft bewerkstelligd. En hoewel het best om substantiële bedragen gaat, verklaart dit slechts een deel van het overschot. Dat brengt ons daarom bij onze eerste vraag: is het resultaat 2014 het gevolg van een toevallige samenloop van omstandigheden of is ten opzichte van voorgaande jaren sprake van welbewuste beleidswijzigingen die het overschot 2014 hebben veroorzaakt? En indien dit laatste, om welke beleidsaanpassingen gaat het dan?

Voorzitter, op onze vraag hoe het mogelijk is dat er zulke grote bedragen op het WMO-budget zijn overgebleven, kregen we als antwoord dat onze inwoners waarschijnlijk geanticipeerd hebben op aanpassingen in wet- en regelgeving die per 1 januari jl. van kracht geworden zijn. Dit begrijpen wij eerlijk gezegd niet. De regelgeving is vooral aangescherpt en dan is een normale menselijke reactie dat je probeert optimaal te profiteren van een gunstiger regiem. Ofwel, dan mag je juist meer in plaats van minder aanvragen verwachten. Kan de wethouder onze verwarring op dit punt wegnemen? Het is toch niet zo dat bij de beoordeling van aanvragen al is geanticipeerd op de verscherpte regelgeving en dat er hetzij meer aanvragen zijn afgewezen of slechts gedeeltelijk zijn toegekend dan wel dat aanvragen zijn doorgeschoven naar 2015 om ze op basis van de aangepaste regelgeving in 2015 verscherpt te kunnen beoordelen?

Voorzitter, ik wil in onze eerste termijn nog twee punten aan de orde stellen:

1. de voor- en nadelen riool- en afvalstoffenheffing
2. de meeropbrengst OZB 2012 – 2014.

Als eerste de voor- en nadelen van de riool- en afvalstoffenheffing. Onze fractie heeft herhaalde malen voorgesteld om de baten en lasten van de producten riolering en afvalstoffen op een apart programma te verantwoorden omdat het om ‘gesloten circuits’ gaat en de overschotten / tekorten ten gunste of ten laste van de betreffende voorzieningen gebracht worden. Voor de exploitatierekening van de Gemeente zijn deze producten dus ‘resultaatneutraal’. In de jaarrekening 2014 (pagina 151) zien we voor- en nadelen op deze producten gepresenteerd waardoor tenminste de schijn gewekt wordt dat ze het saldo van de Gemeenterekening beïnvloeden. Ook in de Commissie Planning & Control ontstond weer enige verwarring over de verwerking van de overschotten op deze producten. Ik herhaal daarom nogmaals ons verzoek: maak van deze producten een apart programma waarin ook de voorzieningen, investeringen en leningen bij elkaar gebracht worden. Dit laatste geeft namelijk direct inzicht in de schuldquote die samenhangt met de aangetrokken financieringsmiddelen voor deze producten. Het mooiste is natuurlijk om voor de opbrengsten en kosten van deze producten ook een aparte bankrekening te openen, zodat de rentebaten over de spaarpot die de inwoners hebben gevuld, ten goede komen van de rechtmatige eigenaren.

Tot slot, de meeropbrengst OZB 2012 – 2014. Voorzitter, raadsleden die al langer in de Raad zitten, kennen de gevoeligheden rondom dit onderwerp. Maar zij weten ook dat onze fractie al meermalen te kennen heeft gegeven dat de toezegging van het vorige College, gedaan tijdens de Raadsvergadering van 25 juni 2013, terug te lezen in Actiepunten Raad 25 juni 2013, LTA 219, gestand gedaan moet worden. Kern van die toezegging was en is dat OZB geen ‘sluitpost’ van de Begroting is en dat meeropbrengsten ten opzichte van de initiële raming, teruggegeven zullen worden aan onze inwoners en bedrijven. Recent hebben we informatie ontvangen over de omvang van de extra OZB 2012 tot en met 2014, per saldo afgerond € 225.000. Want ons betreft is dit het moment om de in 2013 gedane toezegging na te komen. Wij dienen dan ook een amendement in om de meeropbrengst OZB 2012 – 2014 ten laste van het jaarrekeningoverschot 2014 bij de aanslagen 2016 zichtbaar terug te geven aan onze inwoners en bedrijven.

Het amendement van Aart Slobbe dat uiteindelijk werd ingediend door de hele raad staat hieronder.

Gekoppelde documenten

	Titel	Bestandsgrootte	MIME-type
	Amendement Meeropbrengst OZB 2012-2014	154,9 kB	application/pdf