Bijdrage: Huisvestingsverordening Zuidplas 2015

Aart Slobbe 4woensdag 13 mei 2015

Raadslid Aart Slobbe voerde woensdag 13 mei namens de ChristenUnie/SGP het woord over de huisvestingsverordening. Hij vroeg het college een verdiepingsslag te maken, wees op de toename van echtscheidingen en de gevolgen voor het woningbeleid. En hij nam een suggestie mee die de ChristenUnie/SGP-fractie ter ore kwam uit de contacten met de inwoners van Zuidplas.

Voorzitter,

Onze fractie onderschrijft de noodzaak om een huisvestingsverordening vast te stellen. Uit het adviesrapport van Questan kan voorzichtig geconcludeerd worden dat het op jaarbasis beschikbaar komende aantal sociale huurwoningen op ongeveer de helft van de behoefte ligt. Maar hoe de verdeling naar leeftijdsgroep*, prijsklasse en woninggrootte er uit ziet, zowel aan de aanbod- als de vraagzijde, wordt niet vermeld. En die informatie is onmisbaar om te weten waar de knelpunten het grootst zijn. Kan er op dit punt een verdiepingsslag op basis van het beschikbare onderzoeks-materiaal worden gemaakt?

Voorzitter, hoewel het College erkent dat er in het segment sociale huurwoningen sprake is van een groot probleem, is de reactie van het College met deze verordening vooral defensief: zo goed en zo veel als mogelijk is, behouden wat er is. Wij missen concrete maatregelen die er op gericht zijn woningcorporaties actief te verleiden om dit woningnood probleem aan te pakken. In de door het College op te stellen grondprijzenbrief willen wij hier iets over terug zien. Wegkijken en het volledig aan de markt overlaten om met oplossingen te komen, is voor ons geen optie.

Een enkele kanttekening bij de verordening zelf. In artikel 8 van de verordening worden spelregels vastgelegd met betrekking tot de combinatie van omvang van het huishouden en de woninggrootte. Voorzitter, in onze gemeente zal de trend in het aantal echtscheidingsgevallen waarschijnlijk niet afwijken van het landelijke beeld. Dit betekent een toename van het aantal één ouder gezinnen met wisselende zorgplicht voor de kinderen voor beide ouders. Kunnen in zo’n situatie van een gezin met twee kinderen zowel de vader als de moeder toch in aanmerking komen voor een 4-kamerwoning? Zo niet, bent u bereid de verordening daar op aan te passen? 

Tot slot. Wij krijgen signalen dat het vooral voor alleenstaanden tussen 27 en 65 jaar erg moeilijk is een passende (3-kamer) woning te krijgen omdat het aanbod juist in dit segment erg klein zou zijn. Met als suggestie om dit aanbod te vergroten door een aantal 4-kamer flatwoningen te verbouwen tot 3-kamer woningen. Is het College bereid dit signaal bij de woningcorporaties te onderzoeken en als dit blijkt te kloppen, met de corporaties in overleg te treden of de gedane suggestie praktisch uitvoerbaar en toepasbaar is?

 

* Starterswoningen voor personen tot 27 jaar, seniorenwoningen voor 65-plussers en overige woningen voor de leeftijdsgroep daartussen.

« Terug