Voorzitter,

Voor ons ligt het nieuwe vGRP 2016 – 2020.

Door Grontmij zorgvuldig doorgerekend (net als het vGRP 2011 – 2015 trouwens), met als conclusies:

• de door onze inwoners opgebrachte spaarpot (de voorziening rioolheffing) is ruimschoots toereikend.
• de rioolheffing kan fors omlaag.

Als het daarbij gebleven was, had de fractie van ChristenUnie/SGP met een paar kanttekeningen misschien nog wel akkoord kunnen gaan met het voorliggende plan.

Maar als ‘klap op de vuurpijl’ wordt voorgesteld forse bedragen uit de beheerplannen onderhoud kunstwerken, groen en baggeren en onderhoud openbare ruimte aan de riolering (waterberging) toe te rekenen. Structureel ruim € 6 ton, en in 2016 en 2017 nog substantieel hogere bedragen. En dat gelag mag door ruim 18.000 objecteigenaren worden betaald.

Voorzitter, zonder deze kunstgreep of creatieve vondst hadden de tarieven niet met € 8 maar met € 40 omlaag gekund (en voor 2016 zelfs met € 50). Het College zet dus in op een forse lastenverzwaring, die niet beargumenteerd kan worden met aanscherping van regelgeving, want dat is niet het geval. Een procentuele kostentoerekening van vegen (75%) en waterbeheer (75%) die ook nog eens fors uitsteekt boven ons omringende gemeenten. Een lastenverzwaring voor onze ‘gesloten circuits’, aangewend voor wegenonderhoud dat uit de algemene middelen gedekt behoort te worden.

Onze fractie kan instemmen met een reële kostentoerekening van waterberging e.d. maar de door het College voorgestelde percentages gaan ons veel te ver. Wij dienen daarom een amendement in om de toerekening onkruidverwijdering te schrappen en de toerekening van vegen, waterbeheer en kunstwerken te verlagen tot 50% waarmee Zuidplas iets meer in lijn komt met omliggende gemeenten.

De argumentatie inzake de toerekening van onkruidverwijdering (10%, de uiterste ondergrens waarop nog kosten mogen worden toegerekend) vinden wij gezocht. Natuurlijk groeit er ook onkruid rond rioolputten, straatkolken e.d. maar deze oppervlakten halen bij lange na niet de 10% straat- en trottoiroppervlakte in onze gemeente.

In ons tweede amendement stellen wij voor dat over de door onze inwoners bijeengebrachte spaarpot ter dekking van toekomstige kosten rente wordt vergoed. Dat is niet meer dan billijk. Via de kapitaallasten wel rente toerekenen aan de investeringen voor riolering, maar geen rente vergoeden over de spaarpot is jezelf als gemeente verrijken over de rug van de inwoners. Niet dus wat ons betreft.

Amendement van de fractie ChristenUnie/SGP,

ingediend tijdens de Raadsvergadering d.d. 12 mei 2015

Ondergetekende stelt het volgende amendement voor.

Te besluiten over het saldo van de Voorziening Riolering per 1 januari jaarlijks rente toe te rekenen. Dit percentage gelijk te stellen aan de voor dat jaar berekende omslagrente.

Toelichting:

Het saldo Voorziening Riolering betreft het overschot van de door de inwoners betaalde bedrag van rioolheffing, verminderd met de aan de riolering toe te rekenen kosten (inclusief de kapitaallasten van de investeringen). Het is derhalve te beschouwen als een spaarpot ter dekking van toekomstige lasten.

Aangezien er in de kosten (kapitaallasten) rente aan de inwoners doorberekend wordt (terecht uiteraard) is het niet meer dan billijk om over het spaarsaldo dat in de Voorziening aanwezig is, rente te vergoeden.

Dit is een logisch uitvloeisel van het principe van ‘gesloten circuits’.

Vanuit dat uitgangspunt geredeneerd past het niet dat de Gemeente de rentebaten van de spaarpot van de inwoners ‘in eigen zak’ steekt.

Fractie ChristenUnie/SGP

A. Slobbe

Amendement van de fractie ChristenUnie/SGP,

ingediend tijdens de Raadsvergadering d.d. 12 mei 2015

Ondergetekende stelt het volgende amendement voor.

Te besluiten de kostentoerekening waterbeheer, straatreiniging en kunstwerken te verlagen van 75% naar 50% en de toerekening onkruidverwijdering (10%) volledig te schrappen.

Toelichting:

In het vGRP 2016 – 2020 wordt voorgesteld 75% van de kosten waterbeheer, straatreiniging en kunstwerken toe te rekenen aan de kosten voor riolering / waterberging. Voor onkruidverwijdering wordt voorgesteld deze voor 10% aan de riolering / waterberging toe te rekenen.

De 10% kostentoerekening voor onkruidverwijdering is de absolute ondergrens die gehanteerd moet worden om sowieso toegerekend te mogen worden. Niet betwist wordt dat rond rioolputten en straatkolken ook sprake is van het groeien van onkruid. De oppervlakte van straatkolken, rioolputten e.d. ten opzichte van de totaaloppervlakte van trottoirs, fietspaden en straten ligt echter ver beneden 10%. Voor zover al toerekenbaar, gaat het bij onkruidverwijdering dus om kosten die slechts zijdelings (minder dan 10%) met rioleringszorg te maken hebben . Om die reden mogen deze kosten niet aan riolering worden toegerekend.

Met betrekking tot de overige genoemde kostenposten constateert de fractie dat tenminste sprake is van een dubbel doel. Handhaving veiligheid en kwaliteit openbare ruimte (vegen) zijn evenzeer in het geding en deze doelen worden door de ChristenUnie/SGP tenminste net zo belangrijk geacht. Dan ligt een toerekening van 50% het meest voor de hand. Uit de beperkt beschikbare gegevens van omliggende  gemeenten blijkt Zuidplas zelfs met een toerekeningspercentage van 50%  aan de bovenkant van het spectrum te zitten.

Fractie ChristenUnie/SGP

A. Slobbe