Bijdrage Voorjaarsnota
Beste voorzitter, zal mijn nieuwigheid zijn... maar VOORJAARsnota behandelen na al een paar weken tropisch weer geeft toch de vraag waarom deze nota zo heet. Als we de afwijkingen na 3,5 maand bespreken, terwijl we al weer 2,5 maand verder zijn en de volgende rapportage, de najaarsnota alleen nog maar geschiedenis behandelen, vraag ik me, wellicht naïef in uw ogen, af: kan dit niet anders? Kunnen we de voortgang niet effectiever behandelen dan we nu doen?
En als onze fractie kijkt naar de inhoud van de VJN dan missen we ook hier, net als bij de jaarstukken de reflectie op het beoogde maatschappelijk resultaat.
Op de inhoud zoomen in op 3 onderdelen, ruimte, financiën en het sociaal domein. Om te voorkomen dat onze punten in het vergadergeweld van vandaag ondersneeuwen heb ik een paar symbolen meegenomen om onze punten te bekrachtigen.
Jullie hebben hem wellicht al zien staan, de sneeuwschuiver. Net als de VOORJAARsnota is dit item in het verkeerde seizoen beland. Niet alleen kijkt onze fractie al meerdere seizoenen reikhalzend uit naar een aantal gemaakte beloften op ruimte, we krijgen ook het idee dat een aantal zaken steeds vooruitgeschoven blijven worden. Daar is de CU/SGP niet van. Ik doel hier op 2 punten:
- Het rapport van Arcadis wat betreft de ontsluiting van Moerkapelle. Het zou vorig jaar al onze kant op komen, dit is helaas vertraagd door diverse oorzaken. Kunt u aangeven wanneer wij als raad, maar minstens net zo belangrijk het Comité Ontsluiting Moerkapelle van dit rapport kennis kunnen nemen? Kunt u aangeven hoe het college het comité betrekt in de communicatie wat betreft het rapport van Arcadis en de vertraging die dit heeft opgelopen?
- Het tweede punt zijn de recreatieparken in onze gemeente. Wat is precies de laatste stand van zaken met betrekking tot de recreatieparken en hoe ziet het verdere tijdspad er uit?
Het tweede item is de ramenzemer. We willen met een helder zicht door het venster naar de toekomst kijken. We zijn blij met een realistische begroting aangezien mijn voorgangers daar daar de afgelopen jaren steeds op hebben gehamerd, maar zijn wel geschrokken van de (diep)rode cijfers die dit laat zien. Wel vragen we ons af in hoeverre de taakstelling die we onszelf opleggen (pag 4 VJN) op het gebied van Jeugd en WMO op korte termijn te realiseren is. Daar hoort wat ons betreft een plan bij en die zien we graag zsm. En dan toch nog de vraag of de ramingen Jeugd, WMO en BUIG nu realistisch opgenomen zijn, of zitten er toch nog meer financiële taakstellingen in?
Verder viel het ons op dat door een wijziging in de financiering dit een wijziging geeft in programma’s. Wellicht een klein punt in de VJN maar de onderliggende gedachte is van belang wat ons betreft. Bezien we programma’s eerst vanuit de financiën of eerst vanuit de inhoud? Het zal u niet verbazen dat wij het laatste voorstaan.
Dan hebben we nog een bijzondere meicirculaire achter de rug. Dank en complimenten aan het college voor het spoedige uitzoekwerk om te achterhalen waar de fout zat. Maar dit is niet de enige onzekerheid waar we mee te maken hebben als we financieel vooruit willen kijken. Naast de krapte die we kennen voor jeugdhulp en BUIG vragen wij ons ook af of de afspraken in het kader van het Interbestuurlijk Programma zullen leiden tot extra aanslagen op onze financiële middelen. Wij hopen bij de behandeling van de begroting 2019 en het meerjarenperspectief voor 2020 tot en met 2022 meer duidelijkheid te hebben over wat we nu echt de komende jaren te besteden hebben.
Het derde item dat ik meebreng is een blinddoek. Zo voelt de fractie zich soms, wanneer het om het Sociaal Domein gaat. Wat zien we nu echt gebeuren? Waar liggen we van wakker? Waar liggen de kansen voor het oprapen? Welke samenwerking leidt tot innovaties, welke samenwerking verloopt nog stroef? Onze fractie krijgt er maar geen helder zicht op. We dienen hierbij 2 moties in:
1. Kwaliteitsimpuls jeugdhulp: we blijven signalen horen over de kennis, competenties en bekendheid van de lokale context van het ST. De verantwoordelijkheid voor deskundigheidsbevordering ligt bij de moederorganisaties van de jeugdprofessionals. Wij roepen het college op om voor een kwaliteitsimpuls te zorgen passend bij de lokale situatie en bij de scholingsbehoefte van de professionals.
2. Zorg voor Jeugd: nav de evaluatie op de nieuwe jeugdwet kunnen er via een regionale aanvraag extra middelen aangevraagd worden bij het Rijk om de transformatie te stimuleren. Hierbij komt naar boven dat we geen duidelijk zicht hebben op het belang dat Zuidplas voor haar jeugd in zou moeten brengen in deze regionale aanvraag. Daar leggen we in deze motie de vinger bij en doen een oproep om de belangrijkste thema’s vanuit de evaluatie, die wij ook herkennen uit de signalen, ten minste mee te nemen.
Dus voorzitter, door de sneeuwschuiver weer in de kast te zetten, de ramen te zemen en de blinddoek af te doen, zien we letterlijk en figuurlijk de komende maanden met vertrouwen tegemoet!